De kerk van Oosthem.

johanneskerk-1750-001

Oosthem omstreeks 1750

In de elfde eeuw werd in het oostelijke deel van de door bedijking ontstane Scherwolderhem het dorp Oosthem gesticht. De oudst bekende naam van het dorp “Astahem” dateert uit 1275. Er werd al in de twaalfde eeuw een kerk gebouwd, die gewijd was aan “S.Joannes Baptista”, Johannes de Doper. Uit een negentiende eeuwse beschrijving van de middeleeuwse kerk valt af te leiden dat de muren tufsteen bevatten, hetgeen een aanwijzing is dat deze voor het jaar 1200 gebouwd is. Eerst vanaf het einde van de twaalfde eeuw werden voor de bouw van kerken van klei gebakken stenen (kloostermoppen) gebruikt. Van de oorspronkelijke middeleeuwse kerk van Oosthem is weinig bekend. Er zullen in de loop der eeuwen aan het gebouw noodzakelijke herstellingen en restauraties zijn uitgevoerd. In 1786 werd over de kerk vermeld: “Dit dorp (…..) heeft een goede kerk, die van binnen wel afgetimmerd en met een Orgel voorzien is…”. Een mededeling uit 1846 zegt: “Deze kerk is een goed, bijzonder net gebouw, van binnen wel betimmerd en van een orgel voorzien, dat in 1838 vervaardigd is.” In een beschrijving van Oosthem uit het jaar 1857 deelt de schoolmeester, Jan Pater, het volgende mee: “De kerk bestaat uit een lang doch smal gebouw, voorzien met eenen stompen toren, staande op een hoog kerkhof, van binnen voorzien met een orgel dat in 1838 is vervaardigd, benevens twee borden het eene voorstellende eene graftombe van den tweeden Evangelieprediker na de hervorming in deze gemeente Jellus Cappeleman en deszelfs huisvrouw Barbara van der Buike, de eerste overleden in 1607 en de laatste in 1610 – het andere bord stelt voor de naamlijst der Predikanten, die na de Hervorming in deze Gemeente het Evangelie verkondigd hebben, met opgave van hun komst en vertrek, vanwaar en waarheen.” Verder maakt meester Pater er melding van dat de grafzerken in de kerk door een houten vloer waren afgedekt. In het koor lagen de zichtbare grafzerken van ds. Petrus Wigeri († 1800) en zijn echtgenote Catharina Eelcoma († 1765) en van ds. Adamus Guldenarm († 1824).
De in Abbega geboren Uiltje Foppes Wiersma (1838 – 1916) schrijft in 1894 in zijn familiekroniek (zie ook onder “De kerk van Abbega”) het volgende over de oude toren van Oosthem: “De toren, die voor dezen te Oosthem stond, was gebouwd in het jaar 1113, welk jaar op de toren stond aan de zuidzijde. Hij was een stompe toren van groote Friesche steen gebouwd, met een steenen wenteltrap in de zuidwesthoek in dezelve, en hing naar het westen over. Hij was van vorm als die van Folsgare en als die van Bolsward en was een derde hoger en dikker dan de eerstgenoemde. Hij is in 1861 afgebroken en door de tegenwoordige nieuwe toren vervangen.”
De oude kerk had aan de noordzijde een uitbouw, oorspronkelijk vermoedelijk een sacristie, die later dienst deed als dorpsschool.

johanneskerk-1850-001

Kerk Oosthem eerste helft 19de eeuw

In 1860 werden de oude kerk en toren afgebroken. Op 18 juni van dat jaar werd de eerste steen gelegd voor de nieuwe kerk door Adamus Guldenarm, het tienjarige zoontje van ds. J.H. Guldenarm. Kerkvoogden waren Pieter S. van der Velde, Klaas B. Bosma en Wiepke Tijsma. Op een gedenksteen boven de hoofdingang van de nieuwe kerk werd dit vermeld, met daarboven de tekst uit Prediker 4: 17a: “Bewaar uwen voet als gij tot het huis Gods ingaat.” Het ontwerp voor het nieuwe kerkgebouw met toren was van de hand van de Sneker architect, tevens directeur van de gasfabriek, Albert Breunissen Troost. De nieuwe kerk werd groter dan de vorige. Het gebouw viel op door zijn royale opzet en afmetingen. De grootte van de dorpskerk van Oosthem moet ook in verband worden gebracht met het kerkelijk leven in Friesland in de negentiende eeuw. Naast de eigen gemeenteleden trokken veel kerkgangers van elders ’s zondags naar Oosthem om zich te scharen onder het gehoor van de vermaarde rechtzinnige Reveil-predikanten die er achtereenvolgens enkele decennia stonden. Ook ds. Guldenarm, sedert 1859 predikant in Oosthem, trok door zijn orthodoxe prediking en persoonlijkheid grote aantallen toehoorders. De oude kerk bood meestal te weinig plaats. Dus werd bij de bouw van de nieuwe kerk met ruim 400 zitplaatsen rekening gehouden met de grote toeloop.
De bouw van de nieuwe kerk met toren kostte, met inbegrip van alle bijkomende kosten, ruim
ƒ 31.000,–. De kerk werd in 1861 in gebruik genomen.

Het exterieur vertoont een rode baksteenarchitectuur met rondboogvensters. De rondbogen zijn van gele bakstenen gemetseld en onder de bogen bevinden zich natuurstenen elementen, geflankeerd door gele bakstenen stroken. De vensters worden gescheiden door lisenen (gemetselde verticale uit de muur springende stroken). De lisenen bestaan uit twee geledingen, die worden gescheiden door bewerkte natuurstenen blokken. Aan de oostzijde bevindt zich de consistoriekamer. Deze heeft de vorm van een driezijdig gesloten koor, geleed door rondboognissen tussen lisenen met hoofdgestellen. In de nissen bevinden zich – van beneden naar boven – de ramen van de consistoriekamer en kleine rondboogvenstertjes en ronde vensters, die voor verlichting van de zolder boven de consistorie dienen. De toren, die bekroond wordt door een ingesnoerde naaldspits, bestaat uit twee gepleisterde geledingen en is binnen de eveneens gepleisterde westgevel opgenomen. Diverse rondboognissen versieren de toren en de westgevel. De galmgaten en de wijzerplaten zijn in de bovenste geleding opgenomen. In de westgevel bevindt zich boven de hoofdingang een groot rond venster. Het kerkdak is gedekt met zogenaamde Oegstgeester pannen en de torenspits is bekleed met leien. In de toren hangen twee klokken, die in 1949 zijn gegoten door klokkengieterij Petit & Fritsen te Aarle-Rixtel. De grote klok weegt 827 kg en de kleine 586 kg. (De vorige klokken waren in 1943 gevorderd door de Duitse bezetters en zijn na de bevrijding niet teruggekeerd.) Het uurwerk is in 1915 gemaakt door de Gebr. Van Bergen uit Midwolda.

Het gepleisterde en gewitte interieur heeft een van een kooflijst opgaand stucgewelf met eenvoudige versieringen. De ruime kerkzaal valt op door de grote breedte. Karakteristiek is de toegepaste symmetrie. Vrijwel de gehele inrichting dateert nog uit de bouwtijd. De kuip van de preekstoel stond ten tijde van ds. Guldenarm op de vloer, omdat de predikant erg last had van hoogtevrees. Ds. Guldenarm vertrok in 1877 naar Lage Vuursche en daarna werd de preekstoel op een in imitatiemarmer geschilderd stenen voetstuk geplaatst. In het begin van de vorige eeuw zijn de kuip en het klankbord gewijzigd tot de bestaande preekstoel en verder verhoogd, waardoor het geheel beter in verhouding was met de grote kerkzaal. (Zie over de “preekstoelverhoging” ook bij de kerken van Abbega en Folsgare.) Aan weerszijden van de preekstoel staan tegen de oostelijke wand de overhuifde kerkenraadsbanken. Tussen deze banken staat een gietijzeren doophek. Voor het doophek liggen vier zeventiende eeuwse grafzerken, die afkomstig zijn uit de oude kerk. Opvallende elementen in het interieur zijn verder de geschilderde predikantenborden, waarvan het oudste ook al in de vorige kerk hing, en de in 1900 aangekochte petroleumlampen, die in 1959 zijn geëlektrificeerd. Interessante historische voorwerpen die onder de orgelgalerij worden bewaard zijn de koperen buis waarmee de koster de petroleumlampen uitblies en het houten karretje voor het vervoer van de stoven met testen naar de zitplaatsen.
De avondmaalstafel is in 1980 gemaakt door het gemeentelid de heer Tj. de Boer uit Oosthem.

De orgelgeschiedenis van Oosthem gaat terug tot 1776, toen van de kerkvoogden van Tzum een orgel werd aangekocht dat in de kerk aldaar was gebouwd door de schoolmeester-organist Claas Douwes, samen met de orgelbouwers Harmen Jans en Jan Harmens. Het orgel bestond uit een hoofdwerk en een rugwerk. In 1838 werd dit instrument vervangen door een geheel nieuw orgel dat gebouwd was door de Leeuwarder orgelbouwer Willem van Gruisen. Het werd op zondag 30 september 1838 op feestelijke wijze in gebruik genomen. Bij de afbraak van de oude kerk in 1860 werd het orgel gedemonteerd en na de voltooiing van de nieuwe kerk daarin weer opgebouwd door de Leeuwarder orgelbouwer Willem Hardorff. Daarbij werd één register door een ander vervangen. Aan de orgelkas werden enkele wijzigingen uitgevoerd en de grote vleugelstukken en opzetstukken met snijwerk in neobarokke stijl werden door Hardorff nieuw gemaakt. Dit kennelijk met het doel om het orgel een wat forser uiterlijk te geven in de grote kerkruimte. In 1959 werd het orgel gerestaureerd, waarbij het de oorspronkelijke dispositie terugkreeg. In 2015 heeft het instrument een grote onderhoudsbeurt ondergaan. De dispositie is als volgt:
hoofdwerk onderpositief
Bourdon 16′             Fluitdoes (bas/disc)
Prestant 8′               Viola di Gamba 8′
Holpijp 8′                 Prestant 4′
Octaaf 4′                   Fluit 4′
Roerfluit 4′               Woudfluit 2′
Quint 3′                     Dulciaan 8′
Octaaf 2′
Sesquialter 2 sterk Tremulant
Trompet 8′(bas/disc)

pedaal aangehangen.

Kerk en toren zijn in het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw grondig gerestaureerd. Met name de restauratie van het interieur, waarbij veel vrijwilligers waren ingeschakeld, was een indrukwekkende prestatie met een niet minder indrukwekkend resultaat. De kerk heeft na deze periode naar de naam van de middeleeuwse beschermheilige de naam Johanneskerk gekregen.
In 2014 is de toren geheel gerestaureerd.

De kerk is een gaaf voorbeeld van negentiende eeuwse kerkelijke bouwkunst en is als zodanig goed bewaard gebleven.

T.E. van Popta

Willem van Gruisen-orgel
Ten behoeve van de financiering van de grote onderhoudsbeurt van het orgel is een beroep gedaan op een aantal stichtingen. Onze dank en grote waardering voor hun bijdrage gaat uit naar:

  • Stichting Juckema-Siderius fonds
  • Stichting Bouwcultuurfonds Friesland
  • Stichting tot Behoud van het Nederlands Orgel
  • Meindersma-Sybenga Stichting

Johanneskerk
Het boekje “Waar eens de Johanneskerk stond” met een uitgebreide beschrijving en historisch overzicht van de Hervormde kerkgebouwen in Oosthem is nog verkrijgbaar via:
info@protestantsegemeenteoosthemcs.nl